roze olifanten

Wil leren mediteren. Ga op meditatiecursus. Na de open dag zijn er twee cursisten over gebleven. Een huisvrouw en ik. De andere drie aanwezigen zijn leerlingen. Ze oefenen om cursusleider te worden. Ze zitten op de eerste rij en maken aantekeningen.
Les 1
Sluit de ogen en denk niet aan roze olifantjes. Ik sluit mijn ogen en denk aan friet met mayonaise. Ik denk altijd aan eten als ik onder spanning sta en op de meditatiecursus hangt een vreemde sfeer. Waarom is de ruimte zo koud en kil. Waarom hangen er rare lappen aan de muur? Waarom zitten we op ongemakkelijke stoelen in een schoolse opstelling?
Oké, zegt de cursusleider, ik weet dat jullie zojuist allemaal aan roze olifantjes hebben gedacht. Hij moet er zelf erg om lachen. Het is zijn eerste en zijn laatste grapje. Hij legt de grap uit. Je moet begrijpen hoe moeilijk het is om nergens aan te denken. Hoe moeilijk mediteren is. Ik heb niet aan roze olifantjes gedacht. Ik heb aan frieten gedacht. De bedoeling van mediteren is duidelijk. Het is een gevecht tegen je gedachten.
Les 2.
Maak een altaar in je huis. Een altaar voor de leermeester. Het altaar moet bij voorkeur staan in een lege kamer. Een lege kamer. Dat zou ik wel willen dat ik die had. Op het altaar komt een foto van de geestelijke leider te staan. De lege kamer met het altaar en de foto van de geestelijk leider is de goede plek om te mediteren. Wil graag leren mediteren. Weet zeker dat ik dat niet ga doen in een lege kamer -die ik niet heb- tegen een foto van de geestelijk leider op een altaar.
Les 3.
De twee cursisten wordt gevraagd een foto van zichzelf in te leveren zodat de leider contact met hun kan hebben. Dat vind ik eng. Ben niet zo van vaste relaties. Stel dat het kan. Dat de geestelijke leider goede gedachten naar me stuurt via mijn foto. Dat is fijn. Maar als je er vanaf wil. Wat dan? Is het een geestelijk huwelijk? Wordt hij boos als je van het pad afraak? De vraag is. Wat gebeurt er met foto’s van afvalligen? Wil geen voodoo-gedoe met een foto. Dit is toch een meditatie-cursus. Altaars? Foto’s inleveren?
Les 4.
De huisvrouw heeft koekjes meegenomen voor bij de koffie. Na afloop van de meditatieles wordt er een kopje koffie gedronken. Er is gelegenheid om boeken te kopen bij het tafeltje dat is ingericht als boekenkraam. Het zijn de boeken van de geestelijk leider. Onder het genot van een kopje koffie boeken kopen en vandaag met een koekje erbij. De cursusleider bedankt de huisvrouw voor de koekjes en zegt.
Leg ze maar op het altaar.
De huisvrouw legt de koekjes voor het portret van de geestelijk leider. De cursusleider zegt.
...en dan nu brengen wij dankbaarheid uit voor deze gaven.
Dat klinkt bekend als je katholiek opgevoed bent. Dankbaarheid uitbrengen betekend dat de cursisten langs het altaar moeten lopen en een Oosterse groet uitbrengen. Ik sta op. Buig voor een pak koekjes en voel me belachelijk. Onder het buigen kijk ik schuin omhoog naar de cursusleider die naast het altaar staat. Hij ziet mijn skepsis en is daar niet blij mee.
Les 5.
Video bekijken van de leider. Onze leider. Er is een klein probleem. De video doet het niet. De leerling-cursusleiders die ijverig aantekeningen hebben gemaakt over roze olifantjes zijn verantwoordelijk voor de video. De video doet het niet. De cursusleider is ontevreden met dit oponthoud. De cursusleider wil dat de video het doet en wel onmiddellijk. Tot mijn verbazing zie ik hoe de cursusleider geheel tegen zijn geloof kwaad wordt. Hij mag van zichzelf niet kwaad worden. Hij doet zijn uiterste best om het te verbergen. Maar kwaad is hij. Met een verkrampte glimlach bemoeit hij zich met het videoprobleem. Trekt aan kabeltjes. Duwt de aspirantcursusleider opzij en krijgt de video aan de praat. Hij krijgt de video aan de gang maar van zijn door lang mediteren opgebouwde evenwichtigheid is weinig over. Dan wordt aan de deur geklopt. Het Gregoriaanse zangkoor claimt de ruimte. De ruimte waar wij de cursisten naar de video willen kijken. Er volgt een gesprek over het rooster en wie nu wel of niet recht heeft op de ruimte. Daar is hij weer. De glimlach. Een verkramping in een poging de ergernis te verbergen. Een glimlach die de arrogantie van de goedheid uitstraalt. Wij van de meditatiecursus worden niet kwaad. Wij staan boven de materie. Wij zijn onthecht. Wij hebben medelijden met jullie ongelovigen die ruzie komen maken over roosters. Ik voel me bekocht. Het is een gratis cursus maar toch voel ik me bekocht. Besluit de rest van de lessen voor gezien te houden. Vraag als afscheid aan de cursusleider of iedereen de hoge staat van verlichting kan bereiken. Dat kan. Gewoon genoeg mediteren, zegt hij. En criminelen bv., vraag ik. Kunnen criminelen de hoge staat van verlichting bereiken? Nee die niet, zegt de cursusleider. Hun aura is zo beschadigd dat komt nooit meer goed. De zilveren draad is bij criminelen verbroken. Grijs en verschrompeld. De zilveren draad die je met het hogere verbind. Dat zegt de cursusleider. Wat een wraakzuchtig antwoord voor een mislukte buiging bij een pak koekjes.
De mevrouw van de koekjes vraagt hoe ze meditatie-tijd kan inpassen in de drukte van een gezin met twee kleine kinderen. De cursusleider kijkt haar aan en zegt dat dat inderdaad niet te combineren is en is daarmee ook zijn tweede cursist kwijt.

<< back no picture please