de wandeling over het bruggetje

Documentaire. Een vrouw organiseert therapeutische wandelingen. Kosten: vijfhonderd euro per sessie.
De therapeutische wandeling. Benodigde attributen. Een rugzakje. Groot genoeg voor twee flesjes water en twee appels. Stevige schoenen. De stevige schoenen zijn optioneel. Zo lang duurt de wandeling niet. Het flesje water en een appel is inbegrepen. Hoef je niet zelf te dragen. Doet de therapeut voor je.
De therapeut zegt. Zij zegt.
Henri, zegt ze, Henri. Het valt me op dat je steeds naar de grond kijkt tijdens het wandelen. Valt jou dat ook op? Wat zegt dat over jezelf denk je?
Dat zijn twee vragen. Henri denkt na. Hij wil een goed antwoord geven. Ze hebben de vorige week ook al gewandeld. De therapeut bespeurt een patroon van naar de grond kijken. Henri heeft er een week over kunnen reflecteren. Henri en de therapeute bespreken de symboliek van het naar de grond kijken. Het verschil tussen naar de grond kijken en omhoog kijken. Dat je daar een keuze in hebt als mens. Je kan naar de grond kijken maar je kan ook omhoog kijken. De therapeute wijst daarbij naar de lucht. Al pratend komen ze aan bij een bruggetje. Henri zegt dat hij nu wel toe is aan zijn flesje water. Zij zegt.
Henri daar is de brug.
Het is een bruggetje van niks. Over een beekje van niks.
Henri, daar is de brug.
De therapeute zegt het met klemtoon. Zodat Henri begrijpt dat ook dit symbolisch bedoeld is. Het is een bruggetje van niks. Je vraagt je af, waarom er überhaupt een bruggetje is. Daar gaat het niet om. Om de grootte van de brug. Het is symbolisch.
Ben je in staat om over de brug te gaan?
Weer dezelfde nadruk in de stem. Henri zit op het bankje bij het bruggetje. Na het flesje water wil hij de appel. Zij eet ook een appel. De appel is op.
Henri ben je in staat om over het bruggetje te gaan? Henri staat op. Begrijpt dat hij wat moet doen.
Dan stel ik voor dat je nu over de brug gaat.
Henri wandelt het bruggetje over.
Ik blijf aan deze kant van de brug, zegt de therapeute. Als je er klaar voor bent geef je mij een teken.
Henri moet van de therapeute alleen het bruggetje over. Als hij aan de andere kant van het bruggetje is moet hij aangeven of de therapeute de brug over mag. Dat zijn duidelijke instructies. Henri geeft een teken. De therapeute steekt het bruggetje over. Ze gaat naast Henri staan. Raakt hem aan alsof ze vies van hem is en vraagt. Ze vraagt.
En Henri, hoe voel je je nou?
Ze vraagt hoe hij zich voelt.
En Henri, hoe voel je je nou?
Hoe hij zich voelt?
Hoe hij zich voelt, hoe hij zich voelt. Als hij dat zou weten hoefde hij niet met tutteltje met aanrakingsangst door het bos te lopen. Hij heeft net a mayor break-through beleeft. Hij is net over het bruggetje gegaan! Hij is over het bruggetje gegaan en zij stoot hem onhandig aan. Een duw tegen zijn schouder.
En Henri, hoe voel je je nou?
Als Henri een vent zou zijn...zou hij zeggen dat hij zich gepiepeld voelt voor 500 Euro. Hij zou vragen waarom deze vrouw therapeutische wandelingen organiseert. Waarom ze zelf niet op herscholing gaat. Zichzelf onderzoekt op de cursus famillie-opstellingen. In regressie- en reïncarnatietherapie gaat. Droomuitleg, inner-child-work, voice dialogue, RET en NLP. Dan. Als ze niet gillend gek geworden is. Als ze niet vrijwillig in een instituut wordt vastgehouden. Dan pas. Pas dan, mag ze weer door het bos gaan stappen met Henri.


dinsdag 20 januari 2007